Protestantse gemeente
te Mijnsheerenland
Lied van de maand januari 2016: Lied 519: Gij die de ster van David zijt
De tekst
Wanneer u vertrouwd bent met het liedboek 1973 dan herkent u de tekst van dit lied uit de categorie Epifaniëntijd (lied 163). In deze categorie staan de liederen die we zingen in de tijd na de kersttijd. Klassiek gesproken komen dan de eerste verhalen over Jezus aan het woord.
Het verhaal van de doop in de Jordaan, de bruiloft te Kana en de twaalfjarige Jezus in de tempel.
Dit lied is geïnspireerd door het verhaal van de twaalfjarige Jezus in de tempel. Hier wordt Hij zoon van de wet, Bar Mitswa, godsdienstig volwassen.
Je kunt het in de verte vergelijken met de openbare geloofsbelijdenis uit onze traditie. Jezus wordt zoon van Abraham en gaat Zijn geloofsweg met de Vader, lerend van de wet en de profeten. Deze menselijke kant van Jezus wordt op klank gebracht door de hoogheid titels die we over hem kennen: Ster van David, Heer, zin der schriften, Zoon van God.
De samenklank van menselijke en goddelijke titels brengt prachtig aan het licht wie Jezus is.
De melodie
Het nieuwe aan dit lied is zoals gezegd niet de tekst, want die kenden we al uit
Liedboek ’73. In het nieuwe liedboek kreeg deze tekst een “nieuwe” melodie. Nieuw
tussen aanhalingstekens, want deze stamt uit het begin van de 17e eeuw.
De melodie
die werd gebruikt in het vorige liedboek was behoorlijk weerbarstig, daardoor kreeg
het lied niet de waardering en bekendheid die het zeker verdient.
De huidige melodie
bij lied 519 komt uit de Lutherse traditie; het is de melodie van het Duitse lied
“O Jesu Christ, meins Lebens licht”. De componist is Johannes Eccard, hij was Kapelmeester
van het hof in Kőnigsberg.
De melodie heeft een driedelige maatsoort (dat is te zien
aan het nootje met 3tje, vooraan de notenbalk) en is gemakkelijk te zingen.
Gij die de Ster van David zijt
en wijzen roept en dwazen leidt
Gij hebt in duister U gewaagd
en naar de rechte weg gevraagd
Gij die de Heer zijt en de Geest
die van den aanvang is geweest
Gij hebt U onderworpen aan
de letter van ons voortbestaan
Gij die de zin der Schriften zijt
Gods Woord in alle eeuwigheid
Gij hebt gehoorzaamheid geleerd
en vuur van hoop heeft U verteerd
O Zoon van God, ons aller hoofd
gelijk een kind hebt Gij geloofd
en als een minnaar liefgehad
Jerusalem, Uw moederstad.
Beluister HIER de melodie van dit lied.
Lied van de maand februari 2016: Lied 544 Christus naar wie wij heten
De tekst
Komende maand leven we weer toe naar de 40-
Barnard verstaat Jezus’ weg in dit lied als een vervulling van de exodus. Ook in het donker van de reis, als we God niet zien, hebben wij de naam van Christus, waarin onze verwachting ligt. Hij is de zon die zal gaan schijnen. Allen die geloven lijden met Hem mee, in het gaan door het donker, maar zullen het licht zien.
De melodie
Ook in de melodie komt de gedachte van de Exodus tot uitdrukking. De melodie van Jaap Geraerds heeft een zeer hechte structuur. Zo zijn de regels 1 en 3, 2 en 4 zeer nauw met elkaar verbonden. Dat zelfde geldt voor de regels 5 en 8 en 6 en 7.
De melodie zet hoog in, op een hoge d. In de eerste vier regels daalt de melodie af tot aan de lage b in regel 4; de regels 5 tot en met 8 hebben een stijgende tendens.
Op deze manier geeft de componist de “Exodusgedachte” ook in de muziek gestalte. Het is als het ware een afdalen naar de diepte en vanuit die diepte weer opklimmen
1
Christus naar wie wij heten
heeft met zijn groot geduld
de Wet en de Profeten
ten einde toe vervuld.
Maar ons is aangezegd,
tot aan het eind der dingen
de uitgang te volbrengen,
de lange lijdensweg.
2
Geen licht is ons gebleven,
er is geen God te zien,
de dagen alle zeven
en de geboden tien,
dan deze ene naam;
die naam is alle nachten
ons heimelijk verwachten,
ons innerlijk geheim.
3
De duisternis te boven
al staat de nacht rondom,
zijn allen die geloven
dat Jezus is de zon.
Zij kiemen uit zijn graf,
zij bloeien uit zijn wonden,
zij worden uitgezonden
de nacht uit in de dag
4
Zij moeten met Hem lijden
en met Hem levend zijn
tot aan de laatste tijden
dan staan zij in zijn tuin
en heffen op hun hoofd
als bloemen en als doden
die uit de bodem komen
en 't licht zien ongedoofd.
5
Het licht van alle stralen
komt uit zijn aangezicht.
Zijn ster zal nooit meer dalen
en met Hem opgericht
verhogen zij de dag,
verhogen zij het leven
en roepen heil en zegen
over de aarde af.
1 Ik roep tot U, mijn rots, mijn Here!
Blijf U niet zwijgend van mij keren,
ik word een dode met de doden,
als Gij U doof houdt voor mijn noden.
Ik hef mijn hand naar waar Gij zijt,
verborgen in uw heiligheid.
2 Stoot mij niet van U met de bozen,
tref mij niet met de goddelozen,
die heim'lijk, met een mond vol vrede,
de plannen van hun boosheid smeden.
Doe hen naar hunner handen daad,
vergeld ze naar hun eigen kwaad!
3 Omdat zij op het werk des Heren
niet letten, noch zijn daden eren,
zal Hij bespotten, wat zij spreken,
en wat zij bouwen zal Hij breken,
dat het tot stof wordt in de wind
en niemand meer hun standplaats vindt.
4 Geloofd zij God, die naar mijn woorden,
mijn smeken en mijn klagen hoorde.
Hij is mijn schild en mijn betrouwen,
een bolwerk voor wie op Hem bouwen!
Nu juicht mijn hart, nu juicht mijn stem!
en met mijn loflied prijs ik Hem.
5 Hij is een kracht voor al de zijnen!
Hij zal hun tot een hulp verschijnen
en zijn gezalfde tot een zegen!
Verlos uw erfdeel allerwegen!
Uw eigendom, o Here, weid
en draag het tot in eeuwigheid!
Psalmen uit het Liedboek voor de Kerken (1973)
1 Terwijl wij Hem bewenen,
omdat Hij van ons ging,
is Hij aan ons verschenen
in zijn verheerlijking.
2 Terwijl wij om Hem treuren,
toont Hij ons hand en voet.
Hij komt door dichte deuren,
Hij spreekt zijn vredegroet.
3 Terwijl wij van Hem spreken,
is Hij in onze kring
om ons het brood te breken
van zijn verkondiging.
4 Opdat wij zouden weten,
wat ons te hopen staat,
vraagt Hij ons om te eten:
een vis, een honingraat.
5 Hij is de Heer en Koning,
die eeuwig bij ons is.
Zijn woorden zijn als honing,
zijn naam is als een vis.
Lied van de maand mei/juni 2016: lied 673 Heil'ge liefdeskracht
De komende weken willen wij weer een nieuw lied zingen. Deze maand zingen we rond Pinksteren het lied 673 Heil'ge liefdeskracht. Dit lied is een vertaling van Come down, o Love divine.
Een lied dat op zijn beurt weer een 19e eeuwse, Engelse bewerking is van een middeleeuws Italiaans gedicht van Bianco da Siena.
De tekst
De tekst kenmerkt zich door een mystiek verlangen naar de Geest.
Het is de Geest die ons “als vuur doet ontbranden”, “als licht ons voorgaat” en ons “bekleed in liefde”. Het lied zingt in verlangen; verlangen naar de Geest die doet leven.
Het mooie aan dit lied is dat de kracht, het vuur van de Geest en de tederheid van de liefde samen komen.
Misschien is het even wennen voor u, als u zingt van de Geest als een “hartsvriendin”. Vanouds wordt Heilige Geest, net als de wijsheid (spreuken 8) als vrouwelijk gezien en aangesproken.
De melodie
De melodie is net als de tekst van Engelse oorsprong. Ralph Vaughan Williams, een van de belangrijkste componisten van de vroege 20e eeuw, componeerde deze melodie. Wij kennen hem vooral als de componist van die geweldige melodie bij het lied: “Voor alle heiligen, in de heerlijkheid” (lied 727).
De melodie bij NBL 673 is misschien iets minder bekend, maar in Engeland en daarbuiten zeer geliefd. Het zou dus zomaar kunnen dat u de melodie al eens hebt gehoord. Net als veel andere Engelse liederen, is ook dit lied eenvoudig mee te zingen.
Een aandachtspunt bij het zingen: De regels 2 en 3 moeten doorgezongen worden; er staat geen rust aan het einde van de tweede regel. Datzelfde geldt voor de overgang tussen regel 5 en 6.
1 Heilige liefdeskracht,
bezoek mijn ziel die smacht,
daal neer, daal in, uw vonk doet mij ontbranden.
Kom Trooster, hartsvriendin,
stil mijn verlangen.
2 Oplaaiend vuur, verteer
wat krom is of verkeerd,
de lage driften, hoge dunk, ze branden.
Ga met uw licht ons voor,
U trekt een lichtend spoor,
omgeef ons met uw gloed, wees onze mantel.
3 Liefde voor al wat leeft
wordt ons een kostbaar kleed
Waarmee wij ons armoedig pogen sieren.
Verdwenen is de trots,
Wij kennen ons tekort.
Kom ons te hulp, laat mildheid zegevieren
4 Dood ben ik zonder U,
Mijn ziel verlangt naar U,
Een hartstocht die geen mens ooit kan verklaren.
Met liefde vormt U mij
Tot teken van uw heil.
Bewoon ons, Geest van God, geef ons uw adem.
Jezus roept hier mensen samen
die in woord, gebed en lied
Gods aanwezigheid beamen,
geen belofte gaat te niet.
Prijs nu God, die goed en trouw is,
prijs de Zoon, die mensen kent,
prijs de Geest die als de Trooster
zich naar ons heeft toegewend.
Jezus roept ons te belijden,
Hem als Heer van het heelal,
hoeder van ons broze lichaam,
redder van wie faalt of valt.
Zing het uit, laat elk het horen,
zing het heilige verhaal,
zeg de wereld: Christus' glorie
is op aarde neergedaald.
Jezus roept ons tot de ander,
zo verschillend als wij zijn,
ras of huidskleur, rangen, standen
Jezus trekt geen scheidingslijn.
Ga met vrienden en met vreemden,
ga met mensen, groot en klein,
ga met zaligen en zoekers,
die op zoek naar waarheid zijn.
Jezus roept ons tot zijn tafel,
breed en wereldwijd gedekt,
waar de kerk bezit haar aardse
hemelse ontmoetingsplek.
Deel dan brood en wijn, zijn
lichaam
deel het lied van liefde weer,
deel het feest voor heil’ge
zondaars,
wees te gast bij God, de Heer.
Hij wandelt in zijn koningsjas,
Gekregen van zijn vader;
En droomt al dat hij koning was:
Zijn broeders treden nader
En buigen zich voor Jozef neer
Hij droomt het telkens weer.
Een geluidsfragment is HIER te beluisteren.
Vernieuw in ons, o God,
Uw liefde lente licht.
herstel ons naar uw beeld en strijk
Het kwaad uit ons gezicht.
Beadem ons, o Geest
Met wonderlijke kracht,
dan opent zich het leven weer,
Een bloem in volle pracht.
Geef ons, o Christus, deel
aan levenslang geluk.
Gedoopt in U, een nieuw bestaan-
Dat slaat geen dood meer stuk.
Drie-
Wat U ons hebt beloofd,
na al ons zoeken U te zien,
Dan staan wij oog in oog.
Lied van de maand 2016